Geschiedenis

Omschrijving kerkgebouw

De R.K. KERK St. Ludgerus is gebouwd in 1882-1883 naar ontwerp van A. Tepe (1840-1920) in een vormentaal die gebaseerd is op de Nederrijnse Gotiek. De Neogotische driebeukige basiliek is uitgevoerd in donkerrode baksteen in kruisverband op een eveneens donkerrood trasraam en wordt gedekt door een maasdak met antracietkleurige leien. De buitenzijden van de gootboeien zijn met schubvormige leien bekleed.
De klokkentoren, die drie geledingen heeft en waarin zich de hoofdingang met portaal bevindt, heeft een naaldspits met insnoering en aan de Raadhuisstraatzijde een bescheiden dakkapel. Onder de spits bevinden zich 12 lancetvormige galmgaten waarvan er één dicht is in verband met het zadeldak van het middenschip.
In de klokkentoren hangen twee klokken uit 1947 en één uit 1995. Aan de westzijde van de toren bevindt zich het traptorentje. De entree ligt in een nis samen met het grote glas-in-loodvenster met tracering van het orgelkoor. Boven de dubbele houten deur met ijzerbeslag en een segmentboog zijn rozetvoegen in het metselwerk aangebracht. Hierboven zit de gemetselde afzaat van het koorvenster. De lijst van de spitsboog-nis zelf heeft een doorlopende peerkraal.
Op het zadeldak van het middenschip zijn aan weerszijden drie kleine dakkapellen aangebracht. De daken van de absis, de twee absidiolen en van de twee zijbeuken hebben elk één dakkapel.

Interieur

Zowel het middenschip als de zijbeuken hebben gemetselde kruisribgewelven. De absis en de twee flankerende absidiolen hebben een gemetseld straalgewelf waarvan het metselwerk tussen de ribben wit gepleisterd is. De kolommen van het middenschip zijn eveneens volledig uitgevoerd in metselwerk, evenals de (witgepleisterde) wanden.
In de oostelijke zijbeuk ligt naast de ingang de doopkapel. Het zeshoekige marmeren doopvont is van wit marmer en heeft een koperen deksel en een zwartmarmeren voet. In de kapel zijn fresco’s, aangebracht door J.M. IJdema (1901-1990), die de doop van Jezus en de uittocht uit Egypte verbeelden. In de westelijke zijbeuk bevindt zich naast de ingang een ikoon-altaar dat sinds de jaren ’30 in de kerk aanwezig is.
Op het zangkoor vinden we het éénklaviers orgel, gemaakt in 1904 door de firma Adema te Leeuwarden. Het orgelfront bevat een orginele schildering met de afbeelding van de H. Caecilla met een portatief. Het instrument bezit 7 registers en een aangehangen pedaal.
De ingang heeft een dubbele deur met ijzerbeslag in de vorm van boomtakken met aan weerszijden van de deur wijwatervontjes.
In de zijbeuken bevindt zich per travee een glas-in-loodraam met twee variaties van gemetselde traceringen. Deze wisselen elkaar af en stemmen overeen met de ramen die er tegenover liggen.
De lichtbeuk heeft per travee aan weerszijden twee glas-in-lood-ramen.
In de zijbeuken bevinden zich muurschilderingen, eveneens van de hand van J.M. IJdema, met als onderwerp de kruiswegstatie. Deze zijn aangebracht tijdens WO II en vervangen de oude kruiswegstatie-schilderingen uit 1886. De scheiding tussen het middenschip en de absis wordt gevormd door een witte triomfboog waarin een kruis hangt (vervaardigd in 1911 door de Bossche kunstenaar E. de Fernelmond).
Hiervoor bevindt zich het liturgisch centrum dat in 1986 naar voorbeeld van de St. Jan in ’s Hertogenbosch is aangebracht. In de driezijdige absis bevinden zich vijf glas-in-lood ramen, waarvan drie gebrandschilderde, met afwisselende tracering in de vorm van een hart of ruit. De gebrandschilderde ramen zijn in 1912 aangebracht en vervaardigd door het kunstatelier Kocken uit Utrecht.
In de absis staat het zogenaamde Mengelberg-altaar. Dit neo-gotische kalkstenen beeldhouwwerk met tabernakel is in 1899 te Utrecht vervaardigd door F. W. Mengelberg voor de St. Michaëlskerk te Zwolle. Na de sloop van deze kerk in 1963 is het altaar aangekocht.
In de oostelijke absidiool bevindt zich het Maria-altaar en in de westelijke absidiool het Heilig Hart-altaar. Beide altaren zijn geplaatst in 1911 en vervaardigd door Fernelmond. De drie vensters van de beide absidiolen zijn uitgevoerd in glas-in-lood, waarbij de middelste zijn gebrandschilderd en vervaardigd door kunstatelier Kocken. Voor de twee absidiolen bevinden zich in de wanden van de zijbeuken de biechtstoelen. De twee deuren van iedere biechtstoel hebben ieder een dubbel glas-in-lood venster. De dekvloer is van granito, onder de originele houten kerkbanken zijn houten vloeren gelegd.

Sacristie

De vrijstaande sacristie wordt door een lage uitbouw met de kerk verbonden. De sacristie heeft een rechthoekige plattegrond en een schilddak dat in de jaren ’70 vervangen is. De gevels hebben rondboogvensters met een gemetselde tracering. In het dakvlak aan de pastoriezijde bevindt zich een dakkapel.

Kerkhof

Zoals eerder bekend gemaakt bestaat het kerkhof te Balk, sinds de fusie “Sint  Ludgerushof” genaamd, dit jaar 100 jaar en werd dus in 1916 aangelegd en ingewijd. Helaas is in de notulen boeken uit die jaren heel weinig genoteerd. Een paar mededelingen in het afrekenboek van kerk- en armbestuur en een klein bericht in het Memoriaalboek resteren. Die kleine aantekeningen wil ik u niet onthouden en volgen hieronder.

Uit de notulen van het kerk- en armbestuur:

“november 1915:

Vergadering van het kerkbestuur waarin besloten tot aankoop van het land van Michiel de Winter. Aanvrage aan Monseigneur ter goedkeuring. Goedgekeurd tot aankoop voor een kerkhof. Het land dat ingezet was op 1001 gulden per pondemaat verhoogd met 300 gulden per pondemaat. Waarna sluiting.

januari 1916:

Vergadering van het kerkbestuur. Besloten tot verschillende zaken die in de loop van het dienstjaar zouden worden uitgevoerd. Daarbij was het hoofdpunt de aanleg van het kerkhof op het in December aangekochte land, voor de som van fl. 6.798, 93 ½  ct. Werf besloten tot publieke aanbesteding. Tot maken van de begrooting en bestek werd daartoe gekozen de gemeente architect van der Meer. Daarna sluiting.

maart 1916:

Vergadering van het kerkbestuur waarin de uitslag der aanbesteding van het kerkhof werd bekend gemaakt. Daar de laagste aannemer nog verre boven de begrooting was werd besloten het werk niet te gunnen. Pogingen zullen worden aangewend om het nu uit de hand aan te besteden. Daarna sluiting.

Het kerkhof heeft gekost van ophoogen de som van twee duizend één honderd gulden. Opgedragen aan P. Boerma en Liemburg te Wyckel”.

uit het Memoriaalboek:

In het jaar 1916 is alhier een kerkhof opgericht. Met kerkelijke goedkeuring is aangekocht 5 pondemaat eiland achter pastorie en kerk. Hiervoor kreeg de parochie gelegenheid een kerkhof te kunnen aanleggen. In de maand april 1916 is het kerkhof door den Zeer eerwaarden Heer Deken B. F. Veldhuijsen van Sneek gewijd en daarna in gebruik genomen.

Verzameld door pastoor H. Nota, februari 2016